woensdag 19 maart 2014

Noordwijkse Legenden


In de Blauwdotter, kwartaalblad van het Genootschap Oud Noordwijk, treft u de bovenstaande bladzijden aan in het nummer, Najaar 2003, 128.  O ja, u weet toch wel dat u voor een grotere afbeelding even op het plaatje moet klikken, één muisklik en u heeft het oorspronkelijke formaat! Veel leesplezier!

donderdag 13 maart 2014

Sint Jeroenskerkje

uit: De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad 17-08-1942
GLORIE VAN NOORDWIJK Tentoonstelling over St. Jeroen
 De naam Noordwijk heeft steeds een goeden klank gehad. Thans is het vooral het aan zee gelegen ontspanningsoord, dat bij velen bekend en geliefd is om een geheel eigen „stijl", als men in badplaatsen zelden aantreft. In vroeger eeuwen waren het de Noordwijksche kruiden, die door het geheele land hun weg vonden wegens hun beproefde geneeskrachtige werking. Maar een der oudste, tevens de hoogste glorietitel van dit duindorp is wel die van woonplaats, tevens getuige der martelie van Sint Jeroen. In moeilijke tijden als wij thans beleven ziet men onwillekeurig weer met grooter vertrouwen op naar een geloofsheld, die onverschrokken zijn bloed gaf om de belijdenis van het Evangelie en voor het welzijn van zijn kudde.
Daarom ook mag men bijzondere aandacht vragen voor een tentoonstelling, die Zaterdag j.l. in de R. K. Meisjesschool te Noordwijk-Binnen is geopend en ons veel wetenswaardigs over Sint Jeroen aanschouwelijk maakt. Er bestaat daarvoor bijzondere aanleiding zoowel in het feit, dat op 17 Augustus 1892, dus juist een halve eeuw geleden, de relieken van den martelaar pastoor weer naar diens standplaats terugkeerden, als daarin, dat de tegenwoordige herder der parochie, deken J. H. W. Borsboom, op 15 Augustus zijn veertigjarig priesterfeest vierde. Zijn parochianen konden hem inderdaad geen schooner geschenk aanbieden dan dit, hetwelk van veel kennis en toewijding getuigt.
Wij geven hier enkele indrukken over onzen rondgang over de zes zalen, die evenveel bladzijden in een boeiend historisch prentenboek mogen heeten. De eerste herinnert vooral aan het leven zelf van Jeroen, die als Schot van geboorte Benedictijn werd, toen op het voetspoor van Sint Willibrord de Noordzee overstak en na zijn landing in 847 al spoedig in de duinstreek predikend en doopend zijn levenstaak had gevonden. In 851 stichtte hij de parochie Northgo en bouwde het eerste, houten kerkje van Noordwijk, toegewijd aan Sint Maarten, op de plaats waar nu nog een hofje te vinden is. Jeroens werk droeg rijke vruchten, daarvan getuigt het kleurige diorama in de eerste zaal, waar ook een model van het eerste, houten kerkje te bezichtigen valt.
Reeds in 856 werd het reeds bloeiende geloofsleven te Northgo ernstig verstoord door een inval der Noormannen. Na een kort verhoor sleepten de woestelingen den herder naar den Leytwech — thans Sint Jeroensweg — waar hij door het zwaard den marteldood onderging. Daarom ook ziet men hem steeds afgebeeld met een zwaard, en met een valk, teeken van zijn hooge afkomst. Jeroens bloed vloeide niet tevergeefs. Men bedenke dat daarna het geloofsleven in Noordwijk weer krachtig opbloeide, dat de Noormannen later in christelijk Europa vaak een zegenrijke rol vervulden. En zijn graf schitterde in glorie!
Eenige eeuwen na de martelie zien wij de relieken van den bloedgetuige vereerd in de regale abdij van Egmond. Op de plaats waar zij oorspronkelijk begraven werden verrees een kerk, die aan Jeroen was gewijd. En nog trekken elk jaar op 17 Augustus, ter herdenking van den marteldood velen naar een veld op huize „Calorama", waar met gebeden en predikatie het feest van den heilige wordt gevierd. Over dit alles toonen de eerste zalen veel belangwekkends. Zoo ziet de bezoeker van de tweede zaal een mooi model van het in ruwe baksteen opgetrokken, vroeg-middeleeuwsche Sint Jeroenskerkje. Pieuze handen hebben hieromheen een bloeienden kruidhof aangelegd, aldus tevens herinnerend aan een anderen, zegenrijken roem van 't oude Noordwijk.
 Op deze en volgende zalen vindt men verder allerlei betreffende de historie van Nortwich. Ook folkloristische gegevens, bijvoorbeeld over de St. Jorisdoelen, een oude „Schuttarije et confraterie seu Ghilde", zooals de stichtingsacte op vergeeld perkament laat lezen. Verder toont een oud schilderij de beroemde abdij Leeuwenhorst, waar Cisterciënser-zusters baden en werkten. Over de historie der Sint Jeroenskerk is natuurlijk ook veel te zjen. De sobere, majestueuze lijnen hiervan beheerschen nog Noordwijk, en Sint Jeroen waakt ook nog daar. Is er niet alle reden om aan te nemen, dat de schedel van den heilige nog onder de resten van het altaar rust? Maar in de laatste zalen vraagt de historie van de parochie uit later eeuwen vooral de aandacht. Men vindt hier veel portretten, devotionalia e.d. uit de eeuwen na de Hervorming, toen het geloof, ofschoon onderdrukt, hier toch volop levend bleef. Dat dit leven zich ook in moderne en smaakvolle vormen weet te uiten leert de laatste zaal met haar mooie paramenten en heilige vaten. Er zijn natuurlijk ook herinneringen aan 17 Augustus 1892, toen vier jongens, die Jeroen heetten, de heilige relieken weer de kerk binnendroegen.
Het krantenknipsel werd hier al eerder vertoond!